Toekomst Delftse winkels en horeca
De gemeente Delft heeft zogenaamd ‘retailbeleid.’ Dat geeft aan hoe ze een sterk winkellandschap in de stad wil (helpen) ontwikkelen. Dit beleid stamt uit 2012 en is niet meer up-to-date. Nieuw beleid is daarom in de maak.
Samen met betrokken partijen in de stad onderzoekt adviesbureau BRO momenteel hoe het Delftse winkellandschap er nu uitziet. En wat de belangrijkste veranderingen zijn die op Delft afkomen. De verwachting is dat BRO het onderzoek deze zomer afrondt.
Anders winkelen
“Mensen gaan op een andere manier winkelen”, zegt economiewethouder Bas Vollebregt. “Dat doen ze veel vaker ook online. Ondernemers bieden veel meer (ook) online hun producten en diensten aan. De coronapandemie heeft dit versterkt en versneld. Verder wordt er op allerlei plekken in de (binnen)stad gebouwd. En zijn er ook andere ontwikkelingen, zoals de flitsbezorging. Allemaal redenen om ons retailbeleid nu te actualiseren.”
Verbreden
Én te verbreden. Vollebregt: “We betrekken ook expliciet de horeca erbij. Omdat het fysieke winkelen veel meer een beleving is geworden. Winkelen is leuk, maar juist de beleving van een stad inclusief wat eten en drinken wordt steeds belangrijker. En ook vanwege vermenging van functies. Een wijntje drinken bij de kapper, een restaurant waar je de meubels kan kopen - blurring, zoals we dat noemen. Ook dat kan juist zorgen voor die beleving. En we zien dat winkels soms verdergaan als horeca en omgekeerd. Goed om dat scherp af te stemmen.”
Betrokken partijen
Wat betekent dit voor retailers en horecaondernemers? Wat hebben zij nou nodig? De gemeente laat dat momenteel onderzoeken. Ze heeft daar adviesbureau BRO opdracht voor gegeven. Met als extra opdracht: maak daarvoor gebruik van de kennis en ervaring van betrokken partijen in de stad.
Schouw
Het nieuwe retailbeleid richt zich vooral op winkels en horeca en hun economische rol. Ook kijkt de gemeente naar wat de winkels en horeca betekenen voor het publiek. Voor de kleinere winkelgebieden heeft de gemeente vorig jaar een aparte beleidslijn vastgesteld. BRO onderzoekt nu in het bijzonder het winkellandschap in de binnenstad, In de Hoven en Leeuw&Stein. De gemeente heeft deze gebieden in oktober vorig jaar bezocht, samen met ondernemers, eigenaren en het adviesbureau. Deze schouw leverde belangrijke kennis op voor de ontwikkeling van deze gebieden en voor het nieuwe retailbeleid.
Broodnodig
Jeroen de Bruin is één van de ondernemers die de gemeente bij het onderzoek heeft betrokken. Hij is filiaalhouder van de Jumbo in winkelcentrum Vrijheidslaan. “Heel goed dat de gemeente ondernemers betrekt bij het onderzoek. En ik hoop ook bij het actualiseren van het beleid. Gelet op de ontwikkelingen die er spelen, is het broodnodig om het beleid aan te passen.”
Bagagedrager
De gemeente heeft inmiddels verschillende online en ook offline-bijeenkomsten georganiseerd om input en ideeën op te halen. De Bruin: “Wat voor mij, en ik denk voor heel veel ondernemers van belang is, is de bereikbaarheid. Ik bedoel: een nieuwe tv neem je niet zo snel achterop op de bagagedrager van je fiets mee naar huis. Bereikbaarheid en parkeren zijn niet alleen van belang in de huidige winkelgebieden. Het is ook van belang in gebieden als Schieoevers, dat volop in ontwikkeling is.”
Meer Delftenaren
BRO maakt binnen de retail onderscheid tussen verschillende soorten aanbod. Dagelijks winkelaanbod, zoals supermarkten, versspeciaalzaken en drogisterijen. Recreatief winkelaanbod, met onder meer mode, luxe, schoenen, accessoires. Doelgericht winkelaanbod zoals wonen, doe-het-zelf, tuinartikelen, elektronica. En drank- en spijsverstrekkende horeca. Hoe kan de gemeente dit aanbod in de toekomst in evenwicht houden? Daarvoor ontwikkelt ze verschillende toekomstscenario’s. De basis daarvoor zijn onder meer recente koopstromenonderzoeken en de schouw in de bezochte gebieden. Een belangrijk uitgangspunt in de scenario’s is de groei van het inwonertal. De verwachting is dat er tot 2030 zo’n 15.000 inwoners bij komen. Voor de hoofdcentra van Delft is dit gunstig.
Vervolg
In de verdere uitwerking wil de gemeente ook andere partijen betrekken. Bijvoorbeeld vertegenwoordigers van belangenorganisaties zoals Koninklijke Horeca Nederland en InRetail. “Goed dat de gemeente dat doet”, vindt Sandra Kooiman van Stichting Centrum Management Delft (SCMD). “Het winkelbeeld is aan veranderingen onderhevig. Kijk naar de samenwerking tussen Heinen Delfts Blauw en bakkerij Van Maanen in de binnenstad. In één pand. Het publiek vindt dat leuk. Als de markt verandert, moet het beleid meeveranderen.”
Meerwaarde
Die veranderende markt moeten we door verschillende brillen bekijken, stelt Kooiman. “Niet alleen door de bril van de verschillende ondernemers – van horeca en detailhandelaren tot vastgoedondernemers. We moeten ook kijken door de bril van het winkelende publiek en belangenclubs en ook bewoners. Als het gaat om de binnenstad, kan iedereen natuurlijk input geven via het SCMD of via BOB. BOB is het Bestuurlijk Overleg Binnenstad. Zo kunnen we met een helicopterview naar dit onderzoek kijken. Meepraten biedt dan een meerwaarde.”
Werkgelegenheid
Daar is wethouder Vollebregt het helemaal mee eens. “De betrokken partijen kunnen met hun kennis de onderzoeksresultaten toepassen op de Delftse situatie. We hebben hen nodig om de resultaten van het onderzoek te duiden. En om hen straks met het nieuwe retailbeleid in de gelegenheid te stellen te zorgen voor werkgelegenheid.”
Naar verwachting ligt er volgende maand (juni) een afgerond onderzoek klaar. Daarna volgt een ronde met het college en met de gemeenteraad. Op basis daarvan kan de gemeente daarna na de zomer– met betrokken partijen uit de stad – het beleid actualiseren en verbreden voor het eind van het jaar.